Aanvankelijk wilden de makers 'een losse structuur', zonder 'dwingend plot'. Maar uiteindelijk konden ze niet aan de wetten van de tv ontsnappen....
OP de balustrade van de wolkenkrabber zit een gier. Een angstaanjagend, reusachtig beest dat met strenge ogen door het glas van de wolkenkrabber tuurt. Hij bekijkt de man die binnen staat. De man staart verdwaasd terug. Vandaag wilde hij zijn collega's gaan vertellen dat hij doodgaat aan een hersentumor. En ineens was daar die gier. Het beest kijkt verlekkerd op hem neer bij de gedachte aan zoveel vlees. De gier voorvoelt zijn prooi nog voordat hij dood is.
Met deze symbolische scène opent de nieuwe achtdelige dramaserie van de NCRV die vanaf woensdag wordt uitgezonden: De 9 dagen van de gier. De serie is een project van scenarioschrijvers Willem Capteyn en Carel Donck, en werd geregisseerd door Boris Paval Conen (Temmink, Fort Alpha).
Capteyn en Donck schreven eerder de ambitieuze dramaseries Zomer van '45 en Zwarte Sneeuw, die later met een Gouden Beeld werd bekroond. Net als deze series is De 9 dagen van de gier groots opgezet: vijftig acteurs, meer dan duizend figuranten en 130 draaidagen. Getalenteerde acteurs als Jan Decleir (Karakter), Johan Leysen (Felice, felice) en Saskia Temmink (Oud Geld) vervullen de hoofdrollen.
Het drama speelt zich af in Rotterdam. Negen dagen lang vliegt er een gier boven de stad. Hij is de bindende factor in de verhalen die zich gaandeweg ontspinnen. Vreemde, mysterieuze verhalen zijn het, die je als kijker langzaam moet ontdekken. Over een architect (Jan Decleir) die stervende is en op zoek gaat naar het verleden, een fotografe (Saskia Temmink) die haar relatie met een succesvolle handelaar verbreekt en verliefd op hem wordt, een junk die inbreekt in huizen waar net iemand gestorven is, de handelaar die in de ban raakt van een louche zakenman.
Het is mooi verfilmd. De beelden roepen een onheilspellende, vervreemdende sfeer op. De stad zien we veelvuldig vanuit het perspectief van de gier. De acteerscènes met de gieren, die uitgebreid in beeld komen, bleken overigens nog niet mee te vallen. Soms kon regisseur Paval Conen niets anders doen dan wachten tot de gier deed wat hij wilde. De truc was het beest zo min mogelijk te laten eten, omdat hij alleen bij honger in actie kwam. Voor de liefdes-act met twee gieren die elkaar tussen de tralies door liefkozen, moesten de tralies zelfs worden ingesmeerd met vermorzelde kuikens.
Aanvankelijk hadden Donck en Capteyn een wild plan voor hun serie: ze wilden 'een losse structuur, geen dwingend plot'. Al associërend zouden ze verschillende verhaallijnen verzinnen, uitgaande van de personages, die alle kanten op mochten gaan.
Maar uiteindelijk konden ze niet aan de wetten van de tv ontsnappen. Er moest een plot komen. Dat werd een klassieker: moord. In de loop van de dramareeks worden er verschillende gepleegd, en pas aan het slot worden ze opgelost door een rechercheur (Johan Leysen). De gier blijkt cruciaal: nog voordat iemand sterft, zit hij al in een hoekje te gluren. Gaandeweg blijken ook alle verhalen in elkaar te haken.
Hoewel het moordscenario niet zou misstaan in een ordinaire, platte politieserie, staat De 9 dagen van de gier ver af van de gewone krimi. De makers weten aan de meeste clichés te ontsnappen; karakters krijgen meer kleur en maken veel meer dramatische ontwikkeling door dan in de gemiddelde Baantjer. Bovendien spelen er zo veel verschillende verhaallijnen door elkaar - de schrijvers hadden 'behoefte om die plot op de een of andere manier weer onzichtbaar te maken' - dat het ook geen rechttoe rechtaan-politieverhaal kán worden.
In de eerste paar afleveringen wordt het raadsel rondom de moord dan ook vrij groot, temeer omdat de verhalen soms wel erg fantastisch worden. De kijker moet dus opletten. Al maakt dat eigenlijk niet veel uit: De 9 dagen van de gier blijft een intrigerend drama waarin goed wordt geacteerd.